Het verhaal achter 'Onze Kippen'

Plofkippen, antibioticaresistentie, bio-industrie, kleine hokken. Zomaar een greep uit de woorden die je om de oren vliegen als het gaat om onze vleesproductie. Ik ben een boerendochter en heb veehouderij gestuurd waarna ik tien jaar lang in de agrarische sector heb gewerkt als communicatiemedewerker. Ik weet dus wel het een en ander over de veehouderij in Nederland. En ik eet nog steeds vlees. Ben ik dan zo ongevoelig of valt het allemaal wel mee?

Veel verhalen over de ‘bio-industrie’ zijn flink overdreven, maar bevatten wel een kern van waarheid. De bewustwording over wat wij eten wordt steeds groter. Ik doe daar ook aan mee. Steeds meer begint het te knagen aan mij. Liefst zou ik mijn eigen dieren houden, zodat ik zelf weet dat de dieren het goed hebben gehad en wat erin is gegaan aan voer en medicijnen. Maar wat houdt mij tegen? Op de boerderij van mijn ouders is veel mogelijk en mijn vader is ook enthousiast naar alternatieve manieren van vee houden. Volg hier mijn avontuur van boerendochter naar boerin.

maandag 30 juni 2014

Het idee

Op de boerderij van mijn vader hebben we in mijn jeugd al vaker een koppeltje vleeskuikens gehouden voor de slacht. Ik weet nog dat ik als kind niets van dat vlees moest hebben. Het zag er roder en donkerder uit dan de witte kipfiletjes die ik gewend was. Toen ik toch, op aandringen van mijn ouders, een stukje probeerde, was ik om. Het was het lekkerste kippenvlees wat ik ooit had gegeten. Sindsdien heb ik heimwee naar die smaak. In de braadpan van mijn moeder stond het vlees te sudderen tot het van de botten viel. Snoeperd als ik ben, trok ik een stukje van het bot, doopte het in de kippenjus en stopte het malse stukje vlees in mijn mond. Die goeie oude tijd.

Mijn ouders hebben sinds jaar en dag leghennen voor de eieren. Maar die zijn sinds een tijdje verhuist naar een gloednieuwe kippenren met binnen- en buitenverblijf. Het oude hok met flinke buitenren staat leeg. Wat nu als ik daar zelf weer wat vleeskuikens in ga houden?
Het begon met een plan. Mijn vader is ook enthousiast. We zullen eerst op zoek moeten naar vleeskuikens en ook gelijk op zoek naar een slachter. Want zelf slachten is geen optie uiteraard. Los van het feit of dat wel mag, de tijd die het in beslag neemt is enorm. “Een goede slachter doet het veel sneller en beter. Dat is zijn geld wel waard”, aldus mijn vader.

Mijn redenen zijn op de eerste plaats van idealistische aard: een stukje goed en eerlijk vlees. Kippen die ik van begin af aan zelf gehouden heb, waarvan ik weet dat ze het goed hebben gehad en goed voer krijgen. Mijn tweede reden is om gewoon een lekker stukje vlees te hebben. Ik wil weer dat heerlijke kippenvlees uit mijn jeugd proeven. Het mooiste zou zijn als ik ze volledig biologisch op kan laten groeien, maar de tijd zal het leren of ik aan biologisch voer kan komen en of het niet te duur wordt. Dat ze een goed leven krijgen staat voorop.

Ester van Boerenfluitjes (www.boerenfluitjes.nl) stelde voor om alles met een blog bij te houden. Zodat ook anderen van ons avontuur kunnen meegenieten. Dat vind ik een heel goed plan. Dus vandaar ook dit blog. We zijn op dit moment bezig om ergens kuikens te kopen. Dat valt nog niet mee. We weten ook nog niet of we voor vleeskuikens gaan, of voor haantjes uit de leghennenhouderij. Dit zijn de broertjes van de leghennen die worden gehouden om eieren te produceren.