Het verhaal achter 'Onze Kippen'

Plofkippen, antibioticaresistentie, bio-industrie, kleine hokken. Zomaar een greep uit de woorden die je om de oren vliegen als het gaat om onze vleesproductie. Ik ben een boerendochter en heb veehouderij gestuurd waarna ik tien jaar lang in de agrarische sector heb gewerkt als communicatiemedewerker. Ik weet dus wel het een en ander over de veehouderij in Nederland. En ik eet nog steeds vlees. Ben ik dan zo ongevoelig of valt het allemaal wel mee?

Veel verhalen over de ‘bio-industrie’ zijn flink overdreven, maar bevatten wel een kern van waarheid. De bewustwording over wat wij eten wordt steeds groter. Ik doe daar ook aan mee. Steeds meer begint het te knagen aan mij. Liefst zou ik mijn eigen dieren houden, zodat ik zelf weet dat de dieren het goed hebben gehad en wat erin is gegaan aan voer en medicijnen. Maar wat houdt mij tegen? Op de boerderij van mijn ouders is veel mogelijk en mijn vader is ook enthousiast naar alternatieve manieren van vee houden. Volg hier mijn avontuur van boerendochter naar boerin.

donderdag 18 december 2014

De eerste zijn geslacht


De eerste acht haantjes hebben we deze week geslacht. Zelf. De conclusie is dat er geen (kippen)slachter in de wijde omtrek te vinden is die voor particulieren kippen wil slachten. Dus er zat niet veel anders op dan ze zelf te slachten. Mijn vader heeft talloze keren gezien hoe kippen geslacht werden, dus hij verwachtte dat hij het wel snel kon leren. Een vriend van een vriendin van mij komt uit Afrika en daar zijn ze niet anders gewend dan hun eigen dieren te slachten. Hij wilde wel eenmaal een keer helpen en het ons leren.

Dus deze week was het zover. Samen met hem heb ik de acht eerste hanen geslacht. Het doden ging zo mooi sereen. Hij is islamitisch en heeft met veel respect voor het dier de hanen gedood. Het ging zonder strijd en lijden. Heel netjes en snel. Ik had verwacht er meer moeite mee te hebben om het aan te zien, want ik heb ze vastgehouden terwijl hij ze doden. Maar dit gedeelte viel mij alles mee. Het ging met zoveel rust en beleid. “De haantjes hebben een goed leven gehad hier”, zei hij na het hok en de ren te hebben gezien.

Alleen het plukken is wel een werk zeg. Daar waren we wel even zoet mee. Het gewicht viel ons wel wat tegen toen ze eenmaal geplukt waren. Ze leken met verenkleed veel dikker. Niettemin waren het flinke kippen geworden en we moeten ook niet vergelijken met wat we gewend zijn. Het ging ons juist om langzame groei waardoor het vlees steviger zou zijn.

Nu komt een onsmakelijk deel, dus je bent gewaarschuwd: de ingewanden werden eruit gehaald en hij vroeg ons of wij ook de maag wilden bewaren. “Waarom?” Vroegen mijn moeder en ik in koor. “In Afrika eten wij die ook. Kijk, zo doen wij dat.” En hij sneed het maagje open, waardoor wij goed konden zien wat het galgenmaal van de haan was. Alles haalde hij eruit en trok het binnenste vel van de maag eraf. “Zo maken wij de maag schoon en wat overblijft eten wij op.” Mijn moeder en ik vonden dat toch niet zo’n goed idee.

De volgende dag is de eerste halve haan de pan in gegaan. Vanwege de grootte, moet zo’n haantje bijna twee uur braden, maar dan heb je ook wat. ’s Avonds kon ik het niet laten om even met een vork wat te snoepen uit de pan van mijn moeder. Ik was zo benieuwd. Is dit de smaak uit het verleden die ik zoek? Het uur van de waarheid… 
En het was helemaal wat ik hoopte! Het vlees is iets donkerder dan het witte kippenvlees uit de winkel. Het is steviger en sappig. Het heeft een lichte wildsmaak die vergelijkbaar is met konijnenvlees. Dat zoetige, als je begrijpt wat ik bedoel. Dit is het vlees wat je wil!


Alleen als we dit nog een ronde zo willen doen, dan moeten we toch echt een slachter vinden. Desnoods moeten we wat meer hanen houden. Dan is het rendabeler om er een stukje voor te rijden om ze bij een slachter te brengen. Volgens mij zit er in Brabant nog wel een kleine slachter die voor particulieren slacht. Want zelf doen is gewoon qua tijd niet te doen. Bijna drie uur zijn we bezig geweest en er zitten nu nog vier kippen in het hok die nog aan de beurt komen. Wel vind ik het heel mooi er een keer bij te zijn geweest en te hebben geholpen. Ik weet wat er met het vlees gebeurd is. En hoe het van kippenhok tot pan gaat.

dinsdag 26 augustus 2014

Domper

Na de vakantie is het weer eens tijd voor een update over de haantjes. Na de goede start, kregen wij wel een tegenslag. Binnen twee weken stierven acht van de twintig kippen. Ze groeiden nauwelijks en lagen van de ene op de andere dag dood in het hok. Geen idee wat het geweest kan zijn. Ze kwamen nog niet buiten, het voer was goed, het hok droog en schoon en als het erg koud was, ging de lamp aan. Wij begonnen al te vrezen dat ze het allemaal niet zouden redden. Ik durfde er bijna niet meer over te bloggen. Zou dit eerste project nou finaal mislukken? Mijn vader en ik waren er somber gestemd over.

Maar na deze tegenslag ging het veel beter. De overige twaalf doen het goed en ineens zijn ze ook gaan groeien. Niet hard, want het zijn geen 'plofkippen', en vooral mijn vader moet daar nog aan wennen. "Ze groeien niet hard, Tamaar, ze groeien niet hard." Als mijn vader heel serieus, zegt hij alles twee keer in een zin. Dan weet je dat het menens is. "En ik weet wel dat het geen vleeskippen zijn, maar ik had wel verwacht dat ze iets harder zouden groeien." "We proberen iets, pa, en we zien wel of we achteraf vinden dat het anders kan of moet. Ik had niet verwacht dat je ze zou zien groeien."

En waar we vooral benieuwd naar zijn is de smaak. Als deze haantjes echt erg lekker zijn zodra ze als malse braadkippen op ons bord liggen, kunnen we nadenken over een volgende ronde. En we hebben nu al bedacht dat we anders met het voer gaan starten. Omdat we alleen dat als oorzaak van de uitval kunnen bedenken.

vrijdag 1 augustus 2014

Avontuurlijke haantjes

Twee dagen nadat de haantjes gekomen zijn, hadden ze hun eerste ontsnappoging al gedaan. En met succes. We hebben duidelijk nieuwsgierige en avontuurlijke haantjes. Ik ging ze vers water en voer brengen, toen ik iets geks zag. De stal naast het kippenhok is voor de schapen en heeft een deurtje naar buiten wat altijd open staan. Daar, vlak voor die opening in het schapenhok, zaten een stuk of 10 haantjes prinsheerlijk te soezen in de warmte van de zon. Dan sta je wel even raar te kijken. Blijkbaar hadden de haantjes geen boodschap aan het advies om de eerste twee weken binnen te blijven. Ze waren door een kier tussen de twee hokken ontsnapt. Dit was niet helemaal de bedoeling, dus ik kon eerst mijn kippen terug jagen. Allemaal gingen ze netjes terug, behalve eentje natuurlijk. Die rende de andere kant op… door het deurtje… naar buiten… de schapenwei in. Ik erachteraan. Gelukkig kreeg hij al snel heimwee naar zijn vriendjes, dus rende snel weer naar binnen. We hebben de kier nu geblokkeerd.

Twee dagen later was de dag dat er zoveel regen viel, als nog nooit gevallen was in zo’n korte tijd. Een deken van regen hing er. Daar waren de, deels verstopte, afvoerbuizen niet op berekend. Het water liep al snel het kippenhok in en een randje van de vloer stond blank. Dit betekent nog steeds dat het merendeel droog was. We hebben een warmtelamp opgehangen, zodat ze in ieder geval ook de warmte konden opzoeken en er is een schut voor de rand met water gezet. Uiteraard zijn de haantjes te avontuurlijk om zich op het droge gedeelte te houden en schoten langs het schut. Als kleine kleuters stapten ze door de plassen. “Er liepen zeker een stuk of 10 haantjes door het water te stappen”, zuchtte mijn vader. De afvoeren werden schoongemaakt en het water liep snel weg. Dus het hok was weer droog.


Deze eerste week beloofd nog wat. Avontuurlijke haantjes. Dat zijn het.

vrijdag 25 juli 2014

Ze zijn er!

Ja hoor! Ze zijn er! De 20 haantjes van Ruud. Helemaal uit Limburg. Ze begonnen direct met scharrelen in het zaagsel en hebben het hok grondig onderzocht. Op avontuur in hun nieuwe verblijf! In dit hok met buitenren zaten eerst de leghennen, maar die zijn verhuisd naar een ander, nieuw hok.

Mijn dochter van 7 vindt ze te schattig. Dat we ze straks gaan opeten, vindt ze nog moeilijk te bevatten. Maar ik weet hoe gek ze is van een kippenboutje en zie dit als een goede les voor haar.

Over 2 weekjes mogen ze ook in de buitenren. Nu moeten ze nog even wennen en harden voor buitentemperaturen. Hoewel het met het weer van de afgelopen dagen ook wel zou kunnen. Helaas voorspellen ze nu veel regen, dus blijven ze mooi even binnen. Het hok is groot genoeg.

Dit is de buitenren. 
Klaar voor de kippen. Gaas gerepareerd, spinrag weggehaald. De schaapjes kwamen tussendoor kijken wat ik toch allemaal aan het doen was.


Helaas is het mij nog niet gelukt om een slachter te vinden. Ik heb denk wel 10 mensen gebeld, van wildslachter, tot poelier, tot grote kippenslachter, tot kennisjes van kennisjes, maar nog niemand gevonden. Vanaf oktober kunnen ze slachtrijp zijn, dus we hebben nog wel een paar maanden. Toch zou het wel lekker zijn om zo snel mogelijk zekerheid te hebben. Desnoods gaan we ze zelf slachten. Mijn vader weet hoe het moet en we kunnen wel iemand vinden die het ons kan leren. "Het is niet zo moeilijk," heb ik al een paar keer gehoord. Maar liefst wil ik ze netjes laten slachten bij een erkend bedrijf. Alleen die schijnen één voor één er mee te zijn opgehouden de laatste jaren vanwege de strenge regelgeving. Het is enkel nog rendabel voor grote slachterijen, maar die slachten niet voor particulieren. En al helemaal niet maar 10 kippetjes te gelijk. Dat gaat in duizendtallen.

woensdag 9 juli 2014

Ze komen!

Ze komen! Donderdag 24 juli komen de eerste 20 haantjes van 4 weken oud naar onze boerderij. Dus voor de tijd wil ik het hok in orde maken. Vanaf dat ze er zijn, zal ik ook foto’s gaan plaatsen natuurlijk.
Het voer is al geregeld. Mijn vaste voerleverancier van zakvoer, Diervoerders uit Zoetermeer, brengt volgende week een paar zakken kippenvoer. Legmeel, omdat ze dat gewend zijn, samen met vleeskuikenkorrel.

De volgende stap is dus een slachter vinden. Ik wilde dat eigenlijk eerst geregeld hebben, maar alles gaat nu zo snel. Druk ben ik aan het zoeken op Internet en via via aan het vragen. Maar het lijkt erop dat het moeilijk gaat worden. Een groot poeliersbedrijf in Waddinxveen heeft meegezocht, maar moest mij ook teleurstellen. “Veel kleine slachters die nog een paar kippen zouden kunnen slachten, zijn er de afgelopen jaren mee gestopt. Er zijn alleen nog maar grote kippenslachters en die kunnen niet zulke kleine aantallen verwerken.” Oei.

Dus tips en adviezen zijn welkom! Ondertussen zoek ik stug verder. Desnoods moeten we wat verder rijden, maar liefst wil ik ze in de buurt laten slachten. Hoe dichterbij huis, hoe minder (milieuvervuilende) kilometers ik hoef te maken.

maandag 7 juli 2014

Haantjes

Na een interessant gesprek met Ruud (www) heb ik besloten dat we toch beginnen met de haantjes. Het verhaal erachter is gewoon heel mooi.
Dit zijn de broertjes van de leghennen. In de leghennenfokkerij worden kippen gefokt om eieren te leggen. Hanen leggen geen eieren. Dat weet iedereen. Maar ook die komen uit de eieren bij de fokkerij. Wat doe je daar nu mee? Naar de diervoederfabrikanten, de slangenhouders, de roofvogelmensen, de dierentuinen, etc. als voer. Direct als ze uit het ei komen. Ruud: “Zou toch mooi zijn als die dieren nog wat langer mogen leven.” Ikzelf zag dat niet echt als een probleem. Of wij ze nu zelf opeten als ze 12 weken zijn, of dat onze hondjes en katjes ze opeten als ze een paar dagen zijn. Ze zijn hoe dan ook nuttig. “Ja maar”, zegt Ruud, “Hier in Nederland hebben wij het inderdaad goed voor elkaar. Alles heeft een bestemming. Maar in andere delen van Europa worden ze wel gelijk vernietigd. Zou toch mooi zijn als wij in Nederland de haantjes opfokken voor eigen consumptie en we voor de diervoederindustrie ze uit de landen halen waar er geen bestemming voor is.” Wat een mooi streven. Laten we dat ideaalbeeld voor ogen houden.

Verder heeft Ruud mij alles vertelt over voer, huisvesting, slachtleeftijd, slachtgewicht, soort vlees, smaak. “Smaak is wel lastig te omschrijven.” Het zou sterker smaken, meer pootvlees, minder filet. Het zou erg lekker zijn. Ik verheug mij erop! Logistiek hebben we het ook al uitgepuzzeld hoe we de haantjes van Limburg naar Waddinxveen krijgen. Het beste is ze om ze op een leeftijd van 4 weken hier te krijgen. Ze worden dan gescheiden van hun zusjes en hebben geen verwarmd hok meer nodig. Uiteraard hangen wij de eerste tijd nog wel een warmtelamp op. Daar kunnen ze dan toch lekker onder opwarmen, mochten ze daar behoefte aan hebben.

Als ik mijn vader bijpraat is hij ook enthousiast. We gaan het dus doen! Ruud laat ze op 12 weken slachten, maar daar krijgen ze wel de ideale huisvesting en voerrantsoen. Ter vergelijking: een ‘gewoon’ vleeskuiken wordt met 6 weken geslacht. Wij gaan ze toch wat extensiever houden. Ze lopen buiten, krijgen gewoon vleeskuikenvoer en mijn vader had al bedacht dat maïsmeel en karnemelk met brood (?) zorgt voor lekker mals vlees. We gaan het gewoon proberen. We kijken gewoon wanneer ze vanaf de 12 weken voor ons een mooi gewicht bereikt hebben. Vanaf 18 weken kunnen ze hanengedrag vertonen, dus dan willen we ze wel geslacht hebben.


Voor de haantjes komen, wil ik wel een slachter hebben gevonden. Dat we niet na een paar maanden ineens met slachtrijpe haantjes zitten, maar geen slachter. We moeten ze wel dan kunnen leveren. Dus dat is mijn volgende doel. Als iemand suggesties heeft, dan hoor ik ze graag!

maandag 30 juni 2014

Het idee

Op de boerderij van mijn vader hebben we in mijn jeugd al vaker een koppeltje vleeskuikens gehouden voor de slacht. Ik weet nog dat ik als kind niets van dat vlees moest hebben. Het zag er roder en donkerder uit dan de witte kipfiletjes die ik gewend was. Toen ik toch, op aandringen van mijn ouders, een stukje probeerde, was ik om. Het was het lekkerste kippenvlees wat ik ooit had gegeten. Sindsdien heb ik heimwee naar die smaak. In de braadpan van mijn moeder stond het vlees te sudderen tot het van de botten viel. Snoeperd als ik ben, trok ik een stukje van het bot, doopte het in de kippenjus en stopte het malse stukje vlees in mijn mond. Die goeie oude tijd.

Mijn ouders hebben sinds jaar en dag leghennen voor de eieren. Maar die zijn sinds een tijdje verhuist naar een gloednieuwe kippenren met binnen- en buitenverblijf. Het oude hok met flinke buitenren staat leeg. Wat nu als ik daar zelf weer wat vleeskuikens in ga houden?
Het begon met een plan. Mijn vader is ook enthousiast. We zullen eerst op zoek moeten naar vleeskuikens en ook gelijk op zoek naar een slachter. Want zelf slachten is geen optie uiteraard. Los van het feit of dat wel mag, de tijd die het in beslag neemt is enorm. “Een goede slachter doet het veel sneller en beter. Dat is zijn geld wel waard”, aldus mijn vader.

Mijn redenen zijn op de eerste plaats van idealistische aard: een stukje goed en eerlijk vlees. Kippen die ik van begin af aan zelf gehouden heb, waarvan ik weet dat ze het goed hebben gehad en goed voer krijgen. Mijn tweede reden is om gewoon een lekker stukje vlees te hebben. Ik wil weer dat heerlijke kippenvlees uit mijn jeugd proeven. Het mooiste zou zijn als ik ze volledig biologisch op kan laten groeien, maar de tijd zal het leren of ik aan biologisch voer kan komen en of het niet te duur wordt. Dat ze een goed leven krijgen staat voorop.

Ester van Boerenfluitjes (www.boerenfluitjes.nl) stelde voor om alles met een blog bij te houden. Zodat ook anderen van ons avontuur kunnen meegenieten. Dat vind ik een heel goed plan. Dus vandaar ook dit blog. We zijn op dit moment bezig om ergens kuikens te kopen. Dat valt nog niet mee. We weten ook nog niet of we voor vleeskuikens gaan, of voor haantjes uit de leghennenhouderij. Dit zijn de broertjes van de leghennen die worden gehouden om eieren te produceren.